Nieuwsbericht

Opinie Tabitha van Krimpen, neem geen genoegen met middelmatigheid

Profielfoto van Andries Knol
17 juni 2024 | 4 minuten lezen

Vertrouwen we er nog op dat de ander kan veranderen door scholing? Tabitha van Krimpen betwijfelt dat. Ze pleit ervoor niet langer genoegen te nemen met middelmatigheid. Want, hoe moeilijk het omgaan met uitdagingen soms ook is, er staat wat op het spel. 

Er werden tot nu toe 376.506 klachten over de eindexamens ingediend bij het LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren). Een record, net als eerdere jaren, en met 191.000 middelbare scholieren die dit jaar eindexamen deden, heeft elke scholier gemiddeld bijna twee klachten ingediend. Met de slogans 'Klagen kan altijd!' en 'Blijf er niet mee zitten!' moedigt het LAKS scholieren aan om klachten in te dienen. Dat werkt en de scholieren laten van zich horen met opmerkingen als 'Wiskunde A was nog erger dan mijn liefdesleven'. Als er maar genoeg geklaagd wordt, passen ze vanzelf de normering aan, zo is bij velen de gedachte. Klagen = slagen. 

Maar is het jaarlijks toenemende aantal klachten niet een symptoom van een bredere ontwikkeling? Volgens mij zegt het iets over het niet meer goed kunnen omgaan met het ongemak dat bij leren hoort. Opvoeders geven kinderen het vermaak waar ze om vragen en gaan confrontatie het liefst uit de weg.  

'De vele klachten over de eindexamens zijn een symptoom van een bredere ontwikkeling. We kunnen niet meer goed omgaan met ongemak.' Terwijl juist die creatieve spanning essentieel is om te leren, ontwikkelen en (geestelijk) te groeien. Leg de lat hoger, in plaats van lager, is mijn pleidooi. 

generatiekritiek 

Generatie Z (geboren 1995-2010) wordt maar al te vaak getypeerd als bestaand uit overgevoelige, instabiele en op zichzelf gerichte sneeuwvlokjes, wanneer het gaat over hun afnemende leesvaardigheden, mentale welzijn en toenemende drugsgebruik en schulden. Toch is dat te eenzijdig en er wordt vergeten dat er een oudere generatie is die de huidige kinderen en jongeren op de wereld heeft gezet, opgevoed en gevormd. Zoals filosoof Menno de Bree zegt (Het Financieele Dagblad, 5 juni): 'Met kinderen is het net als met vleesvarkens: wat je erin stopt, vind je later altijd op je bordje terug. Generatiekritiek is daarom ook altijd zelfkritiek.' 

In het geval van lezen, kunnen ouders een leescultuur bevorderen, kinderen boeken aanreiken en meenemen naar de bibliotheek. Het leesniveau verbeteren begint niet met beleidsplannen en meer geld, maar met het aanbieden van intelligentere boeken, zowel thuis als in de klas, meer tijd om te lezen en meer voorlezen, ook in groep 8, schrijft leerkracht Anne Steenhoff in haar boek Een lui letterland. Van de populaire entertainmentboeken is het niveau laag, maar ze worden toch in de markt gezet voor 9+ jaar. De eisen die scholen stellen aan lesmateriaal mogen dan ook hoger van Steenhoff. Onderschat kinderen niet, ze kunnen meer dan je denkt, schrijft ze.  

Zelf bracht ze het lezen en het leesplezier weer terug op haar school, waarbij ze begon met het vervangen van Het leven van een loser, Het dagboek van een muts en Kapitein Onderbroek, ('stuk voor stuk stripverhalen met veel plaatjes, weinig tekst en veel onderbroekenhumor') voor boeken van Astrid Lindgren, Annie M.G. Schmidt en Tonke Dragt. 

de leerkuil 

Om te kunnen leren, moet je door de zogenaamde leerkuil heen, schrijft Steenhoff. Leren gaat vaak gepaard met frustraties en het gevoel vast te lopen. Ondersteuning van anderen is dan essentieel en krijg je die om wat voor reden dan niet, dan blijf je boos op de bodem van de put zitten. Een kind zal in dit geval leren gaan zien als moeilijk en niet leuk en uitdagingen de volgende keer uit de weg gaan.  

Dat een opvoeder gelooft in de opvoedbaarheid van het kind is in de pedagogiek een fundamenteel uitgangspunt. Maar geloven we dat eigenlijk nog wel? Hebben we het vertrouwen dat de ander kan veranderen in onderwijs en opvoeding? 'Jij kan dit!' 'Ik geloof dat je het kan en ik geef je de vrijheid om het te doen!' Volgens de Franse pedagoog Philippe Meirieu is goed onderwijs 'onderwijs dat leerlingen in probleemsituaties brengt waarin ze worden uitgedaagd obstakels te overwinnen. Onderwijs moet leerlingen in beweging brengen, zorgen voor cognitieve verschuivingen, voor transformaties: een nieuw inzicht.' Dit mooie ideaal legt ook voor de leerkracht de lat hoog. Er is nog veel te winnen, aangezien 40 procent van de pabostudenten nooit vrijwillig een boek leest en een kwart aangeeft een hekel te hebben aan lezen, zo blijkt uit onderzoek. Een vijfjarige universitaire opleiding als vereiste om leerkracht te worden, zoals in Finland, is zo'n slecht idee nog niet, stelt Steenhoff. Het imago van de leerkracht is daar flink verbeterd en er is in Finland geen lerarentekort. 

'Creatieve spanning' is essentieel om te kunnen leren, is de overtuiging van Peter Senge, een grote naam binnen de bedrijfskunde op het gebied van lerende organisaties. Hij visualiseert dit met twee handen boven elkaar met een elastiek ertussen, waarbij de ene hand staat voor de huidige situatie en de andere hand voor de visie, waar je naartoe wilt. Bij de pogingen om het gat tussen het 'nu' en de 'visie' kleiner te maken, kunnen gevoelens van angst en hopeloosheid opkomen. Als je ontmoedigd raakt omdat de visie maar geen werkelijkheid lijkt te worden, is het verleidelijk om de spanning te verlichten en de visie kleiner te maken. De doelen zijn dichterbij en de spanning is verminderd. Daarvoor betaal je wel een prijs, namelijk het loslaten van wat je echt wilt, je visie. Je ontneemt jezelf daarbij ook de kans om te falen, wat essentieel is om je ideeën bij te stellen en te leren. Zo wordt het ongemak van de spanning vermeden en de norm naar beneden bijgesteld. Visionaire ideeën in onderwijs verworden in het streven naar harmonie tot vlees noch vis. Middelmatigheid wordt al te gemakkelijk de standaard en Senge haalt Somerset Maugham aan die zegt: 'Alleen middelmatige mensen zijn altijd op hun best.' 

Het aangaan van die leerreis waarbij je als docent en/of opvoeder geen genoegen neemt met middelmatigheid kost tijd, veel energie, moeite en frustratie, maar is het uiteindelijk echt waard. Wie we willen zijn en hoe we gevormd willen worden, staan op het spel. 

Tabitha van Krimpen Is promovenda 'Moreel leiderschap' aan de Vrije Universiteit (VU) en Protestants Theologische Universiteit, VU-docent