MKB Nederland: Bekostigingssysteem mbo-instellingen moet op de schop
Hoe kan Nederland het tekort aan vakkrachten oplossen?
Dat begint deels bij het mbo, benadrukt Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland. In aanloop naar het mbo-commissiedebat van woensdag stelt hij dat de politiek keuzes moet maken en ook het financieringssysteem moet omgooien.
Het aantal mbo-studenten neemt jaarlijks af, meldde De Telegraaf vorige week. Waar het er in 2020 nog 504.288 waren, zijn dat nu inmiddels 467.500. Intussen kampt de samenleving met een schreeuwend tekort aan vakkrachten. Vooral in de zorg, techniek en de bouw is het nijpend, benadrukt Vonhof, die de midden- en kleinbedrijven tot 250 werknemers vertegenwoordigt. „Er zijn landelijk meer dan 400.000 vacatures. In de techniek is er een tekort van zo’n 45.000 werknemers.”
En in de toekomst zijn juist voor deze sectoren nog meer krachten nodig. „De tekorten gaan alleen maar toenemen, vanwege de vergrijzing”, stelt Vonhof. „Dat werkt in de zorg dubbel: er zijn minder werknemers en er komen mensen bij die zorg vereisen. Ook zitten we in een energietransitie.”
Sectoren belanden bovendien in een vicieuze cirkel, ziet hij. „De zorg is bijvoorbeeld steeds minder in staat om leerlingen een stage aan te bieden, omdat medewerkers onvoldoende tijd voor begeleiding hebben. Zo wordt de zorg voor studenten minder aantrekkelijk. In de bouw zien we dat ook.”
Weinig aandacht
Hoe proberen bedrijven de tekorten op te lossen? Vonhof: „Sommige sectoren innoveren versneld door meer technologie in te zetten. Maar dat kun je natuurlijk minder makkelijk doen in sectoren waar menselijk contact belangrijk is, zoals de zorg. Je moet er niet aan denken dat je ouders straks in een verzorgingshuis zitten en dan een dag lang weinig aandacht krijgen. Daar krijg ik de rillingen van.”
Bedrijven zetten vaak ook arbeidskrachten in uit Oost-Europa. „Maar ook in die landen is sprake van vergrijzing”, zegt Vonhof. „Dus het is reëel dat die mensen straks niet meer hierheen komen.”
Tegelijkertijd spelen mbo-studenten een cruciale rol. „Voor het mkb is het mbo de kraamkamer voor talent. 60 tot 70 Procent van de werknemers is ervan afkomstig.”
De voorzitter van MKB-Nederland ziet echter een zorgelijke situatie in het bekostigingssysteem. „Mbo-instellingen ontvangen momenteel meer geld als ze meer studenten binnenhalen. Het gevolg is dat ze zoveel mogelijk opleidingen in stand houden, terwijl er ook opleidingen tussen zitten die maatschappelijk gezien minder relevant zijn. Bij die opleidingen bestaat het risico dat mensen uiteindelijk iets heel anders gaan doen en opnieuw opgeleid moeten worden omdat er geen werk in te vinden is.” In het schooljaar 2023-2024 waren er volgens de Dienst Uitvoering Onderwijs 783 mbo-opleidingen.
Wat Vonhof betreft moet dat systeem veranderen. Hij denkt bijvoorbeeld aan een regeling waarbij mbo-instellingen voor een groot deel een vast bedrag krijgen. „Dan zijn ze minder afhankelijk van de studentenaantallen en kunnen ze opleidingen aanbieden waar echt behoefte aan is vanuit de maatschappij.”
Daarnaast zou het bijvoorbeeld goed zijn als opleidingen extra geld ontvangen als ze opleiden voor tekortsectoren, stelt hij. „Daarmee kun je ook die opleidingen goedkoper maken voor studenten, zodat het aantrekkelijker wordt om voor zulke studies te kiezen. En je zou ervoor kunnen kiezen om een numerus fixus (maximumaantal, red.) in te stellen bij opleidingen die maatschappelijk minder relevant zijn.”
Mensen verleiden
Uiteindelijk zijn zulke beslissingen wel aan politiek Den Haag, benadrukt de MKB-voorman. „Het wordt tijd dat de overheid kleur bekent en beleid maakt voor wat we de komende jaren op de arbeidsmarkt écht nodig hebben. En hoe we mensen verleiden om daarvoor te kiezen.”
Ook bij bedrijven zelf kunnen zaken nog beter, erkent Vonhof. Zo moeten ze soms ook simpelweg bereid zijn om meer te betalen aan afgestudeerde mbo’ers. „Klagen over tekorten, maar slecht betalen, is niet logisch.”
Wel is hij tegen een verplichte minimumstagevergoeding. „Onderzoek toont aan dat de kosten en baten van stages enorm verschillen per bedrijf en student. Daar kun je geen norm op zetten. Dat gaat stageplaatsen kosten. Wij zijn voor een stagevergoeding, maar passend bij de bijdrage die de student levert.”
Qua communicatie is er ook veel ruimte voor verbetering. „We moeten onze tekortsectoren veel aantrekkelijker maken en beter laten zien hoe leuk het werk is. Bij een metaalbedrijf heeft iedereen het beeld van mannen die in blauwe overalls werken in lawaai en stank. Maar het is echt een moderne baan. We zouden meer het basisonderwijs in moeten om mensen al op jonge leeftijd kennis te laten maken met de techniek.”
Groenpluk
Ook is er op het mbo sprake van groenpluk, waarbij studenten hun opleiding niet afmaken omdat ze voortijdig aan de slag gaan. Dat is een van de verklaringen voor de jaarlijks tienduizenden voortijdige mbo-schoolverlaters. „Groenpluk is op langere termijn voor niemand goed en zelfs bijna asociaal”, zegt Vonhof. „Je wilt dat jongeren met een goed diploma de onderwijsinstelling verlaten.”