Laat studenten niet slagen met onvoldoende voor Nederlands
Leerlingen op de middelbare school of mbo-studenten zouden geen diploma of toegang tot vervolgonderwijs moeten krijgen als ze een onvoldoende halen voor de Nederlandse taal. Dat vindt inspecteur-generaal Alida Oppers van de Inspectie van het Onderwijs.
,,Het is belangrijk om de normering van de examens opnieuw onder de loep te nemen’’, zegt de hoogste onderwijsambtenaar van ons land hierover. ,,Nu zijn de regels zo dat je door kunt met een onvoldoende voor Nederlands. Dat moet echt anders, wat mij betreft.’’
Momenteel is het feitelijk toegestaan om voor het kernvak Nederlands een 4,5 te halen als eindcijfer (dat wordt afgerond naar een 5), mits er dan wél voldoendes op de eindlijst staan voor Engels en wiskunde.
Eerder deze week meldde de inspectie dat afgelopen schooljaar zo’n 20 procent van de geslaagde havo- en vwo-leerlingen een onvoldoende had voor het centraal examen Nederlands. Deze leerlingen zijn dus met een diploma uitgestroomd zonder een voldoende vaardigheidsniveau voor de Nederlandse taal. Het gevolg: op de lerarenopleiding pabo bijvoorbeeld behaalt 30 procent de kennistoets niet in één keer.
Laaggeletterd
Op het vmbo is het percentage onvoldoendes voor het centraal examen Nederlands lager, afhankelijk van de leerrichting tussen de 7 en 14 procent, maar ‘een toenemend percentage leerlingen verlaat het onderwijs laaggeletterd’, constateert de waakhond van het onderwijs.
Om uiteindelijk een mbo-opleiding af te ronden, is voor Nederlands het wenselijke taalniveau 2F. Afgelopen studiejaar haalden bijna zesduizend studenten (mbo 2 en mbo 3) geen voldoende op het centraal examen op 2F-niveau. Oppers: ,,Dus je geeft een mbo-diploma, terwijl je weet: deze student is niet voldoende toegerust met de Nederlandse taalvaardigheden om zichzelf te redden in het leven.’’
De topambtenaar en inspecteur-generaal raadt politici aan om te kijken naar haar ‘signaal’. De onderwijsinspectie kan als onafhankelijke waakhond niet zelf de examenregels aanscherpen, dat is een politiek besluit.
Onderwijsminister Wiersma laat weten: ,,We hebben echt een grote klus als het gaat om het bijspijkeren van de basisvaardigheden. Specifiek voor Nederlands zijn de afgelopen coronajaren pittig geweest, maar het is wel belangrijk dat jongeren in de jaren daarna hun studieboeken begrijpen. Dus het is goed om erover na te denken hoe die lat omhoog kan, hoe het beter kan.”