Welke instrumenten kunnen docenten gebruiken om hun pedagogisch handelen te evalueren?
Om leerlingen goed te ondersteunen in hun leerproces en om een veilig klas- en schoolklimaat te creëren, is het belangrijk dat een docent goed pedagogisch kan handelen. Om dat handelen te meten en te evalueren, kunnen docenten verschillende instrumenten gebruiken. Leonie Brummer en Armaghan Efat zochten namens de Kennisrotonde uit wat er uit onderzoek bekend is over dergelijke instrumenten.
De belangrijkste instrumenten waarmee docenten hun pedagogisch handelen kunnen meten en evalueren zijn zelfrapportages en observaties. Daarmee kunnen docenten inzicht krijgen in onder meer opvattingen over lesgeven en leren, keuzes voor instructie, klassenmanagement, leerlingbetrokkenheid en wijze van communiceren. Welk instrument het geschiktst is hangt af van onder andere de leerdoelen en tijdsinvestering van de docent, het onderwijsteam en het school management.
- Er zijn verschillende zelfrapportagevragenlijsten (zoals TSES) die algemeen pedagogisch handelen en pedagogische overtuigingen meten.
- Daarnaast heb je ook de SOCME-10 rubric waarmee je precieze pedagogische handelingen inzichtelijk kan krijgen.
- Verder kunnen de observaties van iemand die achter in de klas zit en pedagogische handelingen van de docent turft een toevoeging zijn op zelfrapportages. Een instrument daarvoor is de ICALT.
Klik hier voor het uitvoerige antwoord (en een omschrijving van de bovengenoemde instrumenten).
(Op kennisrotonde.nl kun je ook bladeren door het antwoord op andere vragen die aan de Kennisrotonde zijn gesteld of zelf een vraag indienen.)